Het natuurgebied Vorsdonkbos en Turfputten ligt in de Demervallei, op de grens van Gelrode en Betekom. Het wordt begrensd door de spoorlijn Leuven-Aarschot in het zuiden, het industriegebied Nieuwland in het oosten, de steenweg Gelrode-Betekom in het westen, en de Demer in het noorden. De Demervallei zelf ligt ook op een grens. De zandige Zuiderkempen en het leemijkere Hageland ontmoeten elkaar in de Demervallei. Daarom kan het natuurgebied Vorsdonkbos en Turfputten mee snoepen uit beide ruiven en dat heeft voor een fraaie afwisseling van biotopen geleid: van natte hooilanden en blauwgraslanden, tot zanderige donken met oude bossen en zelfs kleine stukjes heide.

Het Hageland dankt zijn bestaan vooral aan de Diestiaanzee Zee. Toen die zich pakweg 7 miljoen jaar geleden terugtrok uit onze streken, heeft ze een hele reeks ijzerhoudende zandbanken achtergelaten. De versteende zandbanken van toen zijn nu de typische getuigenheuvels van het Hageland. Het is aan deze heuvels, de Eikelberg, Ijzerberg, ..., dat Vorsdonkbos en Turfputten zijn waterrijkdom te danken heeft. Het water dat op die heuvels in de bodem dringt, zoekt zijn weg door de ondergrond om veel later aan de voet van de steile heuvels op te borrelen. Massa's bijzonder zuiver "kwelwater" komen zo terecht in Vordonkbos en Turfputten, zowat het laagste punt van het hele Hageland.

De geschiedenis van dit gebied is echter niet alleen verbonden met die heuvels, maar vooral met de Demer die zich in de prehistorie tegen de Eikelberg aanvleide. Uiteindelijk heeft deze eens zo machtige rivier zo'n 10 000 jaar geleden een andere loop gezocht. Ze sneed zelf een grote rivierbocht of "meander" middendoor en stroom nu bijna twee kilometer meer noordwaarts. In de achtergebleven meander stapelden zich resten op van water- en moerasplanten en vormden een tot 3 meter dikke veenlaag. Een ander resultaat van dat grillig gedrag van de Demer zijn de "donken". Zand dat door het water elders werd weggeschuurd, vormde hier zandbanken en rivierduinen. Aan die donken heeft het gebied overigens een stuk van zijn naam te danken. "Donk" is namelijk een zandige en droge opduiking in een moerasgebied. "Vors" staat dan weer voor de waterminnende kikker en "turfputten" verwijst naar de oude turfwinningen die we vooral in het oosten van het gebied terugvinden.